Predatie

Home » Predatie

Veel maatregelen van het Agrarisch Collectief Midden-Delfland zijn gericht op het in stand houden van de populaties weide- en akkervogels. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de invloed van predatoren. Een zekere mate van predatie is normaal, maar bij zeer hoge predatiedruk loopt een populatie risico’s en kan ingrijpen overwogen worden.

De ervaring leert dat de invloed van predatoren groot kan zijn en een bedreiging kan vormen voor de populaties die beschermd worden. Predatie is echter een complex fenomeen, waarbij veel factoren elkaar beïnvloeden. Om de invloed van predatie op de weidevogelpopulatie in Midden-Delfland te beperken heeft het Collectief samen met gebiedsorganisaties een Predatiepreventie- en beheerplan opgesteld.

foto’s Renata de Wit & Bas Blok

 De kans op predatie hangt samen met heel veel factoren:

> Toegankelijkheid voor predatoren – Door grootschalige drooglegging zijn weidevogels bereikbaarder dan ooit. Er zijn steeds meer wegen, bruggen en dammetjes, waardoor afgelegen gebieden meer bereikbaar worden voor ons, maar ook voor predatoren. Weidevogels kunnen hierdoor niet meer uitwijken naar andere predatorarme, goede leefgebieden.

> Voedselaanbod – Als er weinig voedsel is, moeten kuikens noodgedwongen meer tijd besteden aan foerageren. Ze kunnen dan niet stilzitten en vertrouwen op hun camouflage.

> Dekkingsmogelijkheid – Veel graslanden zijn in de afgelopen 40 jaar eenzijdiger geworden met maar één soort gras. Weidevogelnesten en kuikens zijn in uniform grasland beter zichtbaar dan in kruidenrijk grasland.

> Veel en vroeg maaien – De graslanddelen die gemaaid worden zijn steeds groter geworden, en de maaidata steeds vroeger. Open stukken grasland zijn er daardoor steeds vroeger in het jaar. Maai-eilandjes om nesten heen hebben weinig zin, omdat ze de weidevogels meer zichtbaar maken voor predatoren.

> Recreatie – Een hoge recreatiedruk zorgt dat oudervogels steeds  alarmerend rond gaan vliegen. Dit kost hen veel energie en werkt predatie in de hand.

Bron: Vogelbescherming Nederland, 2019